1961 geboren te Maastricht op 26 december. Groeit op in Eijsden. Ouders runnen een café/discotheek.
1974 middelbare school in België. Koninklijk Atheneum / Rijksinternaat voor Jongens, Maaseik.
1978 Veldeke College, Maastricht.
1980 Stadsacademie Maastricht, monumentale vormgeving en schilderen.
1985 Eindexamen.
1987 werkt bij bronsgieter Pie Sijen. Blijft dit tot 1997 fulltime doen. Komt veelvuldig in aanraking met werk van David Vandekop, Henk Visch en Arthur Spronken.
1988 verhuist naar Nijmegen maar blijft in Maastricht werken. Lidmaatschap GBK.
1990 verhuist weer naar Limburg.
1994 exposeert naast schilderijen nu ook beelden.
1996 verhuist naar Amsterdam
1997 stopt met schilderen. Maakt en exposeert enkel nog beelden.
2000 gastdocent HKU Utrecht
2001 gastdocent HKU Utrecht
2002 Delta Lloyd Collectie, Den Haag.
2006 Opdracht drukkerij Em. De Jong, Baarle Nassau.
Lidmaatschap Nederlandse Kring van Beeldhouwers.
Opdracht voor nieuwbouwwijk Breda.
Museum Bydgoszcz, Polen.
2007 Bank van Breda Collectie, Brussel.
2008 uitgave catalogus 1998-2008
2009 Bank van Breda Collectie, Mons.
Verhuist naar De Woude (Noord Holland)
2013 Collectie "het Depot" Wageningen
wanneer ik, denkend aan de bedoeling van een kunstenaar, peil naar wat hij tot zijn waarheid rekent als beeldhouwer, dan kom ik bij André Vranken uit bij een interessante opvatting van bronzen beelden maken. Het is alsof hij traditionele en beproefde methodes gedeeltelijk uitsluit of overslaat om dichter bij de kracht van het begin te blijven. Het mag in zijn beelden niet uit de hand lopen. Door zijn kennis van het bronsgieten, het gehele proces en de verschillende fasen daarin, opgedaan bij de toch wel vermaarde Limburgse gieterij van Pie Sijen, is hij zijn schilderschap van het begin, getroffen door een nieuwe genade, kwijt geraakt en heeft hij zijn oorspronkelijke kunstenaarschap gevonden door zich intens te gaan concentreren op het maken van beelden. Zo iets lag kennelijk op hem te wachten, hij moest het alleen nog vinden.
De vraag of in zijn beelden nog resten te zien zijn van zijn vorming tot schilder kan ik niet beantwoorden. Alleen viel het op, bij het terugkijken naar zijn latere schilderijen, dat hij in sommige hevige composities zich vrij aan het schilderen is geweest. Het moet toch een intens proces zijn geweest om afscheid van palet en doek te nemen, om daar te belanden waar hij kennelijk een vermoeden van had. Van atelier naar gieterij dus. De kunstenaar is dezelfde André Vranken, een vrij kunstenaar of een bevrijd kunstenaar? Eenvoudig, worstelend met materie, spelend met vuur.
De Griekse wijsgeer Herakleitos leerde zo'n 500 jaar voor Christus dat het vuur de oerstof van de wereld was en dat daaruit alle beweging en strijd ontstonden. Niets is in stilstand, alles is in beweging. André Vranken geeft wat beweegt, wat gevoelig is, wat om antwoord vraagt weer via menselijke gestalten, in een gespannen stilte. Op een subtiele manier geeft hij hier een bewijs voor de continuïteit van de West-Europese cultuur. Zijn beelden bezitten een innerlijke dynamiek van volumes die aan de buitenkant heel traag en zonder make-up zichtbaar wordt. Het zijn beelden die familie zijn van sommige heel vroege beelden uit de Romaanse kunst van het Maasland, althans zo ervaar ik deze sobere, tot de essentie geabstraheerde menselijke gestalten. Langzame beelden van verbeelding die de mens als persoon laten verdwijnen om ze deel te maken van personae die algemeen geldend zijn.
(Frans Duister opent expositie in Laren, zomer 2005)